Een beetje voetbalgek

 

Ik ben een actieve kijker. Ik beleef de wedstrijden van mijn zoontje. Ik ben de eerste die een aanwijzing het veld in slingert. De eerste die “uit” roept als de bal in de buurt van de lijn komt. De eerste die juicht. En ik kijk fysiek mee.

En dan heb ik het niet over applaus bij een mooie actie of wegwerpgebaren als het niet lukt. Nee, als onze helden voetballen, voetbal ik mee. Letterlijk. Als een van onze helden naar het doel stormt, beweeg ik aan de kant licht mijn voet op het moment dat ik die pass zou geven. Als de tegenstander opstoomt, draai ik mijn voet voor de bal. Alsof ik de jongens in het rood-wit van afstand kan besturen.

Ik heb wel eens gekeken of andere ouders daar ook last van hebben. Ik hoopte natuurlijk dat er meer zijn met zo’n afwijking. Als het niet overdreven is, dan toch op z’n minst een beetje vreemd. Ik gluurde tijdens een wedstrijd naar de voeten van de mensen naast me, meestal staat daar de wat fanatiekere aanhang. Ik keek naar hun armbewegingen. Maar ik zag niks. Geen tikkie breed, geen elleboogstoot. Laat staan een pegel in de kruising. De wedstrijd werd onbewogen beleeft.

Ja, de coach, die zag ik meebewegen. Best wel actief. Maar als coach is dat normaal, denk ik. Dat hoort een beetje bij je rol.

Een tijdje geleden zat ik thuis met mijn zoon naar een wedstrijd van Ajax te kijken. Het was spannend, dus we zaten zo’n beetje aan de televisie vastgeplakt. Opeens keek mijn zoon naar mijn been: Jij beweegt mee! Hij had gelijk. Als Ziyech de bal had, duwde ik onbewust mijn voet naar voren. Als Tadic op het doel af sprintte, spande de spieren in mijn bovenbeen zich aan. Ik begreep opeens waarom ik het zweet op m’n rug had staan.

Een steekproef wees uit dat bij wedstrijden van PSV niks gebeurt. Bij die van Barcelona evenmin. Sindsdien maak ik me minder druk om mijn afwijking. Als ik er alleen last van heb bij het eerste van Ajax en het DRC van mijn zoontje, prima. Dan ben je pas een echte fan, bedacht ik me. En een echte fan mag best een beetje voetbalgek zijn.

Plaats een reactie