Goed bezig (al zeg ik het zelf)

 

Afgelopen zondag ging ik met mijn zoontje naar de club. Niet omdat ie een wedstrijd moest spelen, maar daar is een trainingsveldje. En dat voetbalt lekker. Bal onder de snelbinders, flesje water mee: het was een vader-zoon uitje.

We waren niet de enigen. In de kooi was nog een andere vader met zijn zoon, de jongen had dezelfde leeftijd als mijn held. Ze hadden een oom meegenomen, of een buurman. In ieder geval: het was iemand met verstand van voetbal. Ondanks dat zijn lichaamsbouw (en het busje op het parkeerterrein) eerder aan een vakman deed denken, gedroeg hij zich als een soort individuele trainer. Hij liep in sportkleding, had pionnetjes en een paar ballen meegenomen en hij deed oefeningen met het jonge kereltje. Het zag er nog best professioneel uit allemaal.

Het ventje moest van alles en nog wat doen. Dribbelen met de bal om de pionnen heen. Aannemen met iemand (z’n vader) in z’n rug en wegdraaien. Een een-twee op volle snelheid tussen de pionnen door. Afmaken met z’n zwakke been. En na elk balcontact werd hij bestookt met aanwijzingen. Hij deed dit, maar moest juist dat. Hij kon beter zus dan zo. Zowel de trainer als vader praatten voortdurend op het mannetje in, die met z’n handen in z’n zij alles probeerde te absorberen.

Mijn zoon en ik stonden op de andere helft van het veldje. Wij hielden het vrij simpel: omstebeurt op keep en knallen maar.

Tussen het knallen door moest ik toch af en toe aan de overkant denken. Als je hier op zondag met een soort van expert staat om je zoon een betere voetballer te maken, dacht ik, dan hoop je dat toch ie goed wordt, dat ie het misschien wel gaat maken? Als je zo in de wedstrijd zit, dan leg je zo’n jongen toch verwachtingen op en vooral: druk? Ik bedacht me hoe goed ik het als vader eigenlijk doe. Want daar doe ik allemaal niet aan. Het enige wat ik verwacht en hoop is dat mijn zoontje er lol in heeft. Lekker ballen. De rest komt wel. Of niet. Mijn zoon heeft het maar getroffen! Nu mag ik op doel.

Toen we na anderhalf uur knallen naar huis wilden gaan, was de training van de volgende Kluivert nog in volle gang. Mijn zoon treuzelde een beetje, zijn aandacht bleef hangen bij het veldje. Ik vond het een goed moment om hem te laten weten dat ik niet die ambitie van hem verwacht. Ze moesten het natuurlijk zelf weten hoor, maar je zal op zondag zo fanatiek moeten trainen…

Mijn zoon was even stil. Dus vroeg ik hem wat hij er van vond. Hij haalde zijn schouders op: “Lijkt mij wel leuk eigenlijk. Hij wordt er wel beter van…”

Plaats een reactie