Vergeet de werkelijkheid

In gedachten legde mijn zoon de bal in een keer dood. In de sprint die volgde, passeerde hij twee tegenstanders. Hij kapte de keeper uit en schoot de bal in de linker bovenhoek. Een beetje a la Arjen Robben.

Op het middenveld pakte hij de bal van z’n tegenstander af. Om ‘m vervolgens, precies tussen de graaiende handen van de keeper en de lat door te schieten. Onhoudbaar.

Hij maakte de perfecte een-twee met z’n teamgenoot. Dwars door de defensie van de tegenstander, alsof ze Tadic en Zyech waren. Het laatste tikkie op Van de Beek kwam precies goed aan. Het schot op doel was zuiver en scherp. En raak.

Ik weet zeker dat ie dat dacht. Ik dacht het ook.

Nu zit mijn zoon in de auto en kijkt hij door het autoraam. In zijn gedachten waren er geen graspollen, geen wind van de zijkant, geen puntjes van tenen. De werkelijkheid bleek anders. Veel minder leuk. Veel harder. De werkelijkheid is dat onze helden weer verloren hebben.

Ik zou wel willen weten waar ie nu aan denkt. Hoe het had kunnen zijn? Hoe hij het voor zich zag? Waarschijnlijk hoe het is. Van binnen vervloek ik de werkelijkheid. Die brengt alleen maar teleurstelling. Verdriet. Frustratie. Ik heb liever dat hij lekker in z’n verbeelding blijft, daar is alles namelijk veel leuker.

 “Die bal van rechts, die nam je echt lekker aan he, man. Zo in een keer uit de lucht.”

Geen reactie.

“En die poeier van afstand, ik dacht: die vliegt er zo in. Centimeterwerk.”

Z’n gezicht ontspant.

“Ik vond die een-twee ook goed. Scheelde helemaal niks. Ik dacht effe dat ik naar Ajax keek joh.”

Ik zie een glimlach.

We rijden stil verder. Allebei weer in gedachten. Ik weet zeker dat ie weer mooie acties voor zich ziet. Ik zie ze namelijk ook.

Plaats een reactie